Opfokken van kuikens

Het opfokken van kuikens tot mooie gezonde kippen is wellicht één van de plezierigste aspecten van onze hobby, althans zolang de dieren gezond blijven en voorspoedig opgroeien. Hiertoe hebben de kuikens behoefte aan enkele zeer eenvoudige, doch niet te verwaarlozen zaken

Warmte
/Wanneer de kuikens uit het ei komen hebben ze in de eerste plaats behoefte aan een warme opfokruimte. De eerste dagen is 33°C vereist. De temperatuur is goed indien de kuikens in een kring rond de warmtebron liggen. Indien de kuikens samentroepen is de temperatuur te laag. Per week kan de temperatuur met 2°C verlaagd worden. Gebruik liefst donkerstralers (Elsteinlampen). De rode lampen, ook wel varkenslampen genoemd, zijn niet zo goed omdat ze het beendergestel van het kuiken aantasten wat dan weer kan leiden tot kromme tenen en bij zware dieren aan een gebrek aan kalk in de botten (0-benen). De rode lampen geven bovendien dag en nacht licht. Dit is zeer nefast voor de kuikens. Zij hebben niet meer licht nodig dan de gewone periode van daglicht. Rust is even belangrijk voor een goede ontwikkeling als eten en drinken. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur kan de kunstmatige warmte weggenomen worden. Doe dit niet te vlug. Overdag is het misschien vrij warm in de opfokruimte, doch houdt ook rekening met de afkoeling 's nachts. Het slechtste dat de kuikens kunnen overkomen is dat ze door de kou in een hoek gaan troepen. Dit is vragen om coccidiose en ademhalingsstoornissen. Wanneer U ziet dat de kuikens bij en op elkaar gaan troepen en/of van kou piepen moet men onmiddellijk ingrijpen. Zorg dat de kuikens beschikken over een degelijke warmtebron. Wanneer de dieren voldoende warm zitten zullen ze zich over het hok verspreiden.

Voeding - geen geforceerde groei
Pas uitgekipte kuikens hebben dankzij de nog niet verteerde dooierresten, een reserve aan voedsel voor 24 uur. Je moet dus niet denken dat de kuikens eens uit het ei, onmiddellijk eten nodig hebben. Het spreekt voor zich dat alleen het beste goed genoeg is. De huidige voeders leveren alles wat er nodig is voor het opgroeien van uw kuikens. Fijne granen, groenvoer en gehakte netels mogen reeds na enkele dagen met mate worden gegeven. Hetzelfde geldt voor vitamines en mineralen. Een beetje levertraan over het kuikenmeel zal de kuikens zeker deugd doen. Het is van belang de dieren niet te snel te laten groeien. Vele anatomische afwijkingen, zoals een krom borstbeen, kromme tenen en mogelijk ook spleetvleugels vinden hun oorsprong in de eerste levensweken. Het geraamte, vooral het borstbeen is in deze fase nog week. Pas op latere leeftijd zal het kraakbeen verharden. Wanneer kuikens van een paar weken oud, volgepropt met eten, constant bij de eetbak zitten, zal dit aanleiding geven tot misvorming van het borstbeen. Hoe sneller de dieren groeien en hoe zwaarder ze op jonge leeftijd zijn, des te meer afwijkingen zullen ze vertonen. In de opgroei moet vooral aandacht besteed worden aan de vitaliteit en de vorming van een stevig karkas. Het gewicht en de bespiering zijn een zorg voor later. Jonge kuikens moeten langzaam en sterk opgroeien. We moeten dan ook voorkomen dat hun krop constant propvol korrels zit. Best kan men de kuikens van jongsaf aan gemengde fijne granen bijvoederen. In tegenstelling tot korrels zwellen deze granen niet op in de krop. Vetrijke zaden, zoals zonnebloempitten zullen de glans op het verenkleed bevorderen. Naast het samengesteld voeder kan men een beperkt gedeelte haver of zomergerst bijgeven. Grit bevordert de botontwikkeling en helpt bij het verteren en vermalen van het voedsel in de krop. Men mag met die supplement evenwel niet overdrijven. Een zandbadje zal de conditie van de veren ten goede komen en tevens ongedierte (luizen) bestrijden. Wanneer de kuikens dag en nacht licht hebben en korrel kunnen opnemen zullen ze onvermijdelijk te groot en zwaar zijn voor hun leeftijd, met zwakheden en afwijkingen tot gevolg. Het forceren van de dieren eist onverbiddelijk zijn tol, in de vorm van zwak beenwerk, kromme tenen en kromme borstbenen. De kuikens moeten zoveel mogelijk bewegen. Geef ze daarom hun eten op een plaats waardoor ze gedwongen worden de warmtebron te verlaten.

Voldoende drinkgelegenheid
Plaats eventueel verschillende drinkbakjes in de opfokruimte en ververs het drinkwater minstens één keer per dag. Vuil drinkwater is de bron bij uitstek van coccidiose. Een traditioneel middeltje, ook nuttig voor de volwassen dieren, is het toevoegen van een scheutje azijn in het drinkwater. Vooral in de zomer voorkomt dit bederf van het drinkwater. Bovendien is het gunstig voor de spijsvertering en bevordert het de eetlust.

Hygiëne & bodembedekking
Een zuiver, fris hok is het meest efficiënte middel tegen ziektes. Ook het beloop moet men grondig rein houden, evenals de eet- en drinkbakken. Indien mogelijk kan men de hokken best met de hogedrukspuit uitkuisen. In het bijzonder voor jonge kuikens is een degelijke hygiëne letterlijk van levensbelang. Het zuiver houden van de opfokruimte is zeer belangrijk. Ververs regelmatig het strooisel (zeker indien het nat is) en verwijder zoveel mogelijk mest. Sommige kwekers houden de kuikens de eerste weken op een roosterbodem. Op die manier kan men de hokken zonder veel moeite proper houden. Wanneer we kuikens van een hok met een roosterbodem na een paar weken overbrengen naar een ingestrooid hok (houtkrullen of fijn stro, best geen lang stro want dat wordt vlug vochtig), moeten we er wel rekening mee houden dat ze nog weinig of geen resistentie tegen coccidiose hebben. Een éénmalige behandeling met baycox kan dan zeker nuttig zijn. Zorg voor een voldoende ruime opfokruimte. Dit zal de hygiëne en de ontwikkeling van de kuikens ten goede komen. Hou eventueel wat minder dieren. Men zal meer plezier en resultaat halen van een klein goed verzorgd toompje dan van een overtal aan dieren. Als er een te dichte bezetting is zullen de kuikens elkaar gaan vervelen. Gevolg hiervan kan zijn: verenpikken, vaak tot bloedens toe. Dit kan weer leiden tot kannibalisme.

jonge mechelse koekoeken

Zuurstof
Iets wat zeker niet vergeten mag worden is dat kuikens voor hun ontwikkeling en zelfs voor te overleven nood hebben aan verse lucht. Dit wordt wel eens uit het oog verloren bij het maken van supergeïsoleerde kunstmoeders. Zonder aanwijsbare reden kwijnen de kuikentjes dan weg. Zuurstofgebrek kan ook oorzaak zijn van kromme tenen. Zorg dus voor voldoende verluchting. Ook voor de grotere kippen blijft frisse lucht van groot belang.

Medicatie
Ziet men dat de dieren ziek zijn dan komt het er op aan zo vlug mogelijk in te grijpen, enerzijds door de oorzaken (koude, gebrek aan hygiëne, onaangepaste voeding,...) weg te nemen en anderzijds door na consultatie van de dierenarts onmiddellijk aangepaste medicatie toe te dienen. De meest voorkomende aandoeningen bij jonge kuikens zijn snot, coccidiose en darmontsteking. Snot zal men herkennen aan het niezen van de dieren. Met aangepaste medicatie zullen de dieren op een paar dagen tijd beter zijn. Coccidiose is te herkennen aan diarree, een gebrek aan eetlust, eventueel ook bloedsporen in het strooisel. Onmiddellijk optreden is dan geboden. Er bestaan zeer degelijke producten in de handel (o.a. baycox). Contacteer uw dierenarts, dewelke na een mestonderzoek onmiddellijk medicatie zal geven. Wacht niet tot er dieren dood zijn, wan dan is het te laat. Wanneer jonge dieren in een reeds door kippen betreden terrein of hok worden gelaten is het aangewezen na een drietal dagen de dieren tegen coccidiose te behandelen, ook al ziet men nog niet direct ziektesymptomen. Voorkomen is beter dan genezen. Een goede hygiëne is van groot belang. Het is zeker nuttig de buitenbelopen in de winter eens goed te kalken. Dat geeft een goede ontsmetting. Ontworm regelmatig uw dieren. Aantastingen door coccidiose of wormen kunnen aanleiding geven tot darmontsteking. Wanneer de dieren zonder aanwijsbare reden mager worden en blijven kan darmontsteking de boosdoener zijn. Raadpleeg uw dierenarts en behandel de dieren met aangepaste medicatie. Zorg ook dat de kippen geen luizen krijgen. Kippenluizen zuigen de dieren letterlijk leeg. Een kip heeft slechts een kleine hoeveelheid bloed. Wanneer ze door luizen overwoekerd wordt kan dat een dodelijke afloop hebben. Bij vochtig en warm weer vermenigvuldigen luizen zich aan een ongelooflijk tempo. Controleer ze regelmatig, zeker wanneer hun kopversierselen te bleek worden. De luizen bevinden zich meestal in het dons op het achterlijf, doch ook onder de zitstokken. Insecticiden in spuitbussen zijn zeer afdoende. Let er wel op alle dieren en het volledige hok te behandelen. Een tweetal weken nadien moet de behandeling herhaald worden. Kwekers die reeds met marekse verlamming geconfronteerd werden zullen zeker hun eendagskuikens laten enten. Daarnaast zijn er de verplichte vaccinaties tegen vogelpest. Preventieve vaccinaties kunnen veel leed voorkomen.

kuikens buiten laten
Mechelse hoenders hebben, om optimaal te ontwikkelen, behoefte aan een vrij ruim beloop, liefst met gras op. Kuikens (en kippen) hebben behoefte aan frisse lucht en zon, met de mogelijkheid de schaduw op te zoeken. In het beloop zullen de dieren allerhande stoffen vinden dewelke hun opgroei ten goede zal komen. Wanneer de kuikens 6 a 7 weken zijn kunnen ze, afhankelijk van de buitentemperatuur (let vooral ook op de temperatuur 's nachts), naar de buitenhokken. Zolang het 's nachts koud blijft moeten de dieren verwarmd blijven. Mechelse kuikens pluimen tamelijk traag in. Wees dus niet te gehaast met het overbrengen naar onverwarmde buitenhokken. Let ook op voor nat gras. Laat de kuikens pas buiten als het gras opgedroogd is. Zorg ook dat het gras kort is, alvorens er de kuikens in te laten. Om bij Mechelsen een mooie oogkleur te bekomen moeten de dieren tijdig buiten. Pas dan zal de groene oogkleur van de kuikens langzaam aan overgaan tot het gewenste oranjerood. In deze fase zijn een aangepaste voeding en een degelijke ziektepreventie en bestrijding van groot belang. We herhalen het: in eerste instantie moet het beenwerk ontwikkelen. Wie zijn dieren niet door overtollig gewicht door de poten wil zien zakken moet vanaf de achtste week de Mechelsen rantsoeneren. Dat wil zeker niet zeggen dat de dieren graatmager moeten zitten. Het komt er op aan een gepaste bevleesdheid te bewaren, zonder overdrijving. Belangrijk is dat de dieren in deze fase gezond zijn. Van een besmetting met luizen, coccidiose, darmontsteking of wormen, zullen de kuikens wel mager worden, maar zeker niet sterk en vitaal. Zorg dus voor een goede ziektepreventie. Ontworm tijdig, zorg dat de dieren geen luizen hebben en grijp tijdig in tegen coccidiose. Zoniet zullen de dieren een ernstige groeistilstand kennen, dewelke ze nooit of in het beste geval pas na verloop van zeer veel tijd te boven zullen komen.

jonge mechelse koekoek hennen buiten

Scheiden van geslachtsrijpe hanen en hennen
Vanaf de vijfde, zesde maand kan men best de hanen scheiden van de hennen. Zoniet zullen de hanen de bevedering van de hennen schenden. De aanwezigheid van hennen maakt de hanen ook onderling agressiever. Hanen die van jongsaf aan samen opgroeiden kan men normaal gezien bij elkaar houden. Toch komt het vaak voor dat men ook die hanen moet scheiden gezien ze beginnen te vechten op leven en dood. Doet men dat niet dan kunnen er slachtoffers vallen. In ieder geval zullen de hanen die steeds op de vlucht moeten voor hun sterkere broers belemmerd worden in de uitgroei.

Niet forceren van de leg
Hennen kan men naar de leg drijven door licht bij te geven, de voeding op te drijven zonder de dieren vet te laten worden en ook door haver bij te geven. Bij Mechelse hoenders is dat alles evenwel uit den boze. Eens de dieren aan de leg stopt de groei. Door de hennen van hok te veranderen en hen te rantsoeneren houdt men ze van de leg tot ze ongeveer 7 maand zijn, zodat ze volledig kunnen uitgroeien en in uw hok of eventueel op een tentoonstelling de toeschouwers imponeren.

Een degelijk hok met een schaduwrijk buitenbeloop
Even belangrijk als een evenwichtige voeding is de huisvesting van de Mechelsen. Kippen moeten beschikken over een droog, goed verlucht maar niet tochtig hok. Zeer belangrijk is dat de kippen in hun hok veel zonlicht binnenkrijgen. Een groot raam aan de oostkant van het hok is daarvoor ideaal. Daar bovenop nog licht door het dak garandeert dat de dieren volop van het natuurlijk licht zullen kunnen profiteren. Dergelijk hok zal ook steeds goed opdrogen. Vochtigheid in het hok is inderdaad zeer slecht voor kippen. Gezien men de kippen bij slecht weer moet kunnen binnenhouden moet het hok voldoende groot zijn. Kippen houden van schaduw in hun buitenbeloop. Gezien het eigenlijk bosdieren zijn is het niet verwonderlijk dat ze het best gedijen als ze beschikken overeen buitenbeloop met veel struikgewas en wat bomen. Deze geven hen beschutting tegen zon, regen en wind.

tekst: Jan De Boitselier

Terug naar Fokken